
De ochtend na de verwoestende brand aan de Westhavendijk in Middelharnis wordt duidelijk dat er van het voormalig woonhuis weinig meer over is. Op foto’s is te zien dat van het drie verdiepingen tellende pand alleen nog de restanten van de begane grond overeind staan.
Het voormalige woonhuis ligt een beetje verstopt tussen de begroeiing. Vanaf de weg die er pal langs ligt, is het nauwelijks te zien. Aan de andere kant stroomt vredig het water, dat de haven van Middelharnis verbindt met het Haringvliet.
Wie aan de overkant van het water op het smalle wandelpad van de Oosthavendijk loopt, heeft juist wel goed zicht op het pand. Ooit in gebruik als woning, maar volgens bronnen stond het al zeker drie jaar leeg.
Ramen ingegooid
Op sociale media zeggen mensen dat het gebouw wel eens door jongeren werd gebruikt en dat de ramen onlangs waren ingegooid. Die waren inmiddels dicht getimmerd.
Toen zondagmiddag rond 16:30 uur de vlammen plots om zich heen grepen, leidde dat tot een toestroom van ‘ramptoeristen’. Waar de Westhavendijk was afgesloten, was de Oosthavendijk vrij toegankelijk.
In de rook
Op foto’s is te zien dat mensen massaal in de berm hun auto parkeerden en op de dijk toekeken. “Er stonden heel veel mensen daar. Die stonden in de rook, wat verschrikkelijk slecht is, natuurlijk”, zegt Wil van Balen, zondag aanwezig als fotograaf voor een lokale krant.
Niet voor niets riepen de hulpdiensten omstanders op om weg te blijven. “De brand trekt veel kijkers en de hulpdiensten hebben daar last van. Daarnaast is rook altijd schadelijk.” Het hielp niet alles, want tot laat op de avond lieten mensen hun gezicht zien.
Vrij snel na de eerste melding was Wil al ter plaatse. “Toen ik arriveerde was het nog een huis, maar binnen de kortste keren ging het enorm branden. Overal sloegen de vlammen er in één klap uit”, beschrijft hij de vlammenzee.
Hertjes in de buurt
Wil had als oud-brandweerman al snel door dat er geen redden meer aan was. “Triest, ik kan niet anders zeggen. Het is hier een fantastische plek: achter ons staan de hertjes en hier is de brandweer aan het nablussen“, zegt Wil maandagochtend als hij ook weer ter plaatse is.
Van de drie verdiepingen staat nog één overeind, al is ook daar weinig meer van over. Een zwartgeblakerd karkas en een heleboel puin op de grond eromheen, verraden dat er ooit een riante, vrijstaande woning stond.
Een felgele kraan is ‘s morgens vroeg tussen het groen van struiken en bomen bezig om de restanten van het pand te ordenen. Wat nog over is van de begane grond zal gesloopt worden.