Dat Remco Evenepoel vandaag één van de sterkste renners van het peloton is, verbaast zijn jeugdvriend Théo Leoniallerminst. De twee speelden samen in de jeugd van RSC Anderlecht en volgens Leoni viel toen al op dat Evenepoel fysiek boven de rest uitstak.

Leoni, intussen middenvelder bij Stade Reims, deelde in een persmoment een anekdote over hun gezamenlijke jeugdjaren. “Als we de beeptest deden, was ik telkens bij de besten van mijn groep. Maar uiteindelijk bleven Remco en ik over. Ik bleef doorgaan tot mijn benen niet meer wilden. Remco deed daarna nog twee tot vier ronden op zijn eentje,” lacht hij.

Ook in wedstrijden liet Evenepoel zich gelden, al niet altijd op de manier waarop hij dat nu in het wielrennen doet. “Hij speelde linksachter en ging de flank telkens opnieuw af. Hij miste wat explosiviteit, net zoals in zijn eerste jaren op de fiets. Maar dat fysieke vermogen was altijd uitzonderlijk.”

Van voetbal naar wielrennen

Waar Leoni voor het voetbal koos, stapte Evenepoel over naar de fiets. De resultaten volgden snel. “Hij won meteen veel bij de jeugd,” herinnert Leoni zich. “We bleven contact houden. Hij feliciteerde me na mijn debuut, en ik stuur hem als hij weer eens iets ongelooflijks laat zien. We lachen er vaak om dat we allebei ons ding doen, maar op een ander terrein.”