Tadej Pogacar verschijnt zondag voor de tweede keer in zijn carrière aan de start van een EK wielrennen. De 27-jarige Sloveen, die in de Ardèche in de regenboogtrui rijdt, gaf tijdens een persconferentie tekst en uitleg bij zijn zeldzame deelname. Het EK krijgt dit jaar een klimparcours, wat hem motiveert om er toch bij te zijn, meldt In de Leiderstrui.

Waarom hij zo weinig op Europese kampioenschappen te zien is, legde Pogacar zonder omwegen uit. “Het EK paste vaak niet in mijn kalender en het was ook nooit mijn hoofddoel. Ik mikte op andere grote koersen en de parcoursen waren meestal niet zo zwaar. Vaak waren het sprinters of rappe mannen die wonnen. Dit jaar ligt het anders: dit is een parcours voor klimmers.”

Dat is meteen ook de reden waarom hij het EK deze keer wel opneemt in zijn agenda. “Het is leuk om dit keer mee te doen, zeker in de regenboogtrui. Ik voel me goed en wil zien wat er mogelijk is.”

“De kalender klopt gewoon niet”

Toch klonk Pogacar ook kritisch. Vooral de timing van het EK, amper een week na het WK, vindt hij ongelukkig. “Ik vind het niet goed dat dit zo vlak na elkaar gepland staat. Je hebt nu tegelijk het Italiaanse najaar, de CRO Race en dan ook nog een EK. Renners moeten kiezen: ploeg of land. Dat is jammer. De kalender zal nooit perfect zijn, maar dit is gewoon te veel.”

De Sloveen ziet mogelijkheden om de puzzel beter te leggen. “Als je het mij vraagt, zou ik het EK verder van het einde van het seizoen plaatsen. Niet in een week waar al drie wedstrijden op dezelfde dag vallen. Zo’n kampioenschap moet toch meer ruimte krijgen.”

Toch relativeert Pogacar het belang van de Europese trui. “Klassiekers, grote rondes, WK of EK, dat kun je niet vergelijken. Klassiekers zijn voor mij belangrijker, daar rijd je tegen de hele wereld en is er meer traditie. Maar als je het EK wint, heb je een jaar lang een trui. Dat blijft een prachtig gevoel.”