De zestiende etappe van de Vuelta a España kende opnieuw een chaotisch verloop. Pro-Palestina-demonstranten dwongen de organisatie om de finish acht kilometer voor de top van de Castro de Herville te verleggen. Ondanks het abrupte einde kon Egan Bernal na afloop toch lachen: de Colombiaan schonk zichzelf en zijn ploeg INEOS Grenadiers een prestigieuze ritzege.

“Een overwinning blijft een overwinning”

“Tja. Het is een overwinning hè”, klonk het opgelucht bij de Colombiaanse kampioen op de kanalen van zijn ploeg. “Nadat ik wegviel uit het klassement, wilde ik heel graag een rit winnen. Dat ik dat kan doen in mijn nationale kampioenstrui maakt het nog specialer. Natuurlijk was het jammer dat de slotklim geschrapt werd, maar los daarvan was het een mooie rit. Het was superzwaar, de hele dag vol gas.”

Bernal maakte deel uit van een omvangrijke vlucht en wist samen met Mikel Landa en Clément Braz Afonso door te dringen tot de finale. Afonso viel door pech weg, waarna een sprint-à-deux overbleef. “De samenwerking met Landa was supergoed. Toen duidelijk werd dat de streep eerder lag, dachten we: oké, dan gaan we sprinten. Ik ben heel blij dat ik het heb kunnen afmaken.”

Terug naar de top

Voor Bernal betekent de ritzege een nieuw hoogtepunt in zijn lange weg terug na de zware crash in 2022. De Colombiaan had in deze Vuelta al afscheid moeten nemen van zijn klassementsambities, maar toont in de derde week dat hij nog altijd kan winnen op het hoogste niveau. “Het was een mooie dag, een mooie herinnering,” besloot hij met een glimlach.