Lucinda Brand moest zondag vrede nemen met zilver op het Europees kampioenschap veldrijden in Middelkerke.De Nederlandse kampioene toonde zich na afloop sportief, maar liet tegelijk verstaan dat de machtsverhoudingen in het vrouwenveldrijden aan het verschuiven zijn. De broers Roodhooft lijken volgens haar een stevige greep te hebben op het huidige crosslandschap. Dat zei Brand bij Sporza.

Merkenteams spelen hun rol

De wedstrijd bij de vrouwen kreeg een opvallend verloop. Inge van der Heijden reed al vroeg weg en hield haar voorsprong tot aan de finish. Achter haar probeerden Brand en Aniek van Alphen de kloof te verkleinen, maar samenwerking kwam er nauwelijks. De Italiaanse Sara Casasola, ploeggenote van Van der Heijden bij Crelan-Corendon, hield de benen stil.

“Dat voelde wat vreemd aan,” gaf Brand toe. “Ik had liever een koers gezien zoals de afgelopen weken, waarin iedereen gewoon rijdt voor zichzelf. Nu speelde het ploegenspel duidelijk mee.”

“Macht van de Roodhoofts is groot”

Brand begrijpt dat merkenteams hun eigen belangen hebben, maar ziet ook een verschuiving in het evenwicht binnen de cross. “Als dit een voorbode is voor wat nog komt, dan wordt het een ingewikkeld seizoen om tegen de Roodhoofts te strijden,” zei ze met een glimlach die weinig aan de verbeelding overliet. “Dan zal ik met heel goede benen aan de start moeten komen.”

De broers Philip en Christoph Roodhooft controleren intussen een groot deel van het veldrijden: naast Alpecin-Deceuninck en Fenix-Deceuninck vallen ook Crelan-Corendon en Seven Racing (de ploeg van Van Alphen) onder hun vlag.

Brand zelf verdedigt de kleuren van Baloise Trek Lions, de ploeg van Sven Nys, die daarmee zowat het enige echte tegengewicht vormt voor het Roodhooft-imperium. “We weten dat zij met veel renners sterk staan,” klonk het nuchter. “Maar ik probeer er vooral mijn eigen koers van te maken.”