
Hoe houden Formule 1-coureurs het hoofd koel onder extreme hoogspanning? Hoe blijf je rustig en in balans, terwijl je onder enorme sportieve druk staat? En dat alles met snelheden tot 300 kilometer per uur?
Nu het seizoen 2025, in ieder geval voor Lando Norris en Oscar Piastri, een bloedstollende ontknoping lijkt te krijgen, duiken we onder de F1-helm, in de mentale worstelingen waarmee Formule 1-coureurs te maken hebben.
Jeroen Bleekemolen en Nicky Catsburg ondervonden als profcoureurs in het langeafstandsracen hoeveel er op je af kan komen in de autosport. En ze zagen van dichtbij hoe er al veel veranderde in de manier waarop er met mentale gezondheid wordt omgesprongen in de Formule 1.
Wie is je bondgenoot?
Bleekemolen en Catsburg ervoeren de dynamiek binnen een raceteam als een van de zwaarste dingen waar je als coureur mee te maken hebt. Een onderlinge strijd zoals tussen Lando Norris en Oscar Piastri bij McLaren is mentaal slopend.
“Die teamdynamiek is ontzettend moeilijk”, vertelt Catsburg. “Je moet alles samen doen, maar je teamgenoot is ook je eerste tegenstander. Kijk naar Red Bull, waar Max Verstappen al zoveel teamgenoten verslonden heeft. Die jongens zie je mentaal steeds zwakker worden. Die komen er dan niet meer uit en zakken weg.”
Het zorgde bij Catsburg voor twijfel. “Ik heb het zelf ook ervaren: je zit in een soort tweestrijd. Je wil samenwerken, maar tegelijk voel je: ik wil helemaal niet dat hij het goed doet, want dat is heel slecht voor mij. En daar voel ik me ook weleens schuldig over.”

Bleekemolen ziet dat iedere coureur anders met zulke spanning omgaat. Veel coureurs zijn redelijk zwijgzaam over hun mentale worstelingen. Anderen – zoals Lando Norris – spreken er juist veel over.
“Die openheid, dat is naar mijn idee echt iets van deze generatie”, zegt Bleekemolen. “Bij ons was het echt: ik ben de snelste, wat kom jij doen? Ik was ook zo vroeger. Dan liep ik het circuit op, zag ik m’n rivaal en keek ik hem recht aan. Terwijl ik me van binnen anders voelde. Spierballentaal dus.”
“Daarmee pompte ik mezelf op, ik ging er echt in geloven. Maar als je dat zo doet, ben je na het weekend ook helemaal leeg. Want eigenlijk ben je vals aan het spelen met je eigen gedachten.”
Gevecht met jezelf
Het is dus niet alleen je teamgenoot of concurrenten van andere teams die je uit balans kunnen brengen. Onder grote druk kan het ook in het eigen hoofd gaan spoken.
Catsburg merkte dat vooral als het heet werd in zijn cockpit. Tijdens een race kunnen de temperaturen in een auto enorm oplopen.
“Dat werd iets dat ik niet los kan laten in mijn hoofd”, Catsburg. “Ik was voor de race dan alleen maar bezig met die hitte, hoe ik dat ging overleven. Ik merkte dat ik niet eens meer bezig was met de banden of de racestrategie. Ik was bijna blij als het dan maar klaar was, omdat ik het ‘gehaald’ had. Ik zat helemaal niet in de race.”
“Ik heb wel honderd keer gedacht: ik zeg over de radio dat ik nu naar binnen kom. Maar dat kan gewoon niet, dan word je vervangen.”
Mentale hulp
Catsburg schakelde naar aanleiding van zijn mentale problemen met die hitte psychologische hulp in. Met wat omwegen kwam hij er daardoor weer uit.
In het laatste decennium is het zoeken van mentale begeleiding een stuk normaler geworden. Lang (en soms nog steeds) gold het recht van de sterkste.
Bleekemolen zag dat zelfs in de karts, waar ook zijn zoon in actief was, veranderen. “Zelf heel jonge jongens in de karts hebben vaak al iemand aan hun zijde die met dat mentale bezig is. Ze weten dat ze anders gewoon achterlopen op de concurrentie. Ik zat zelf in een andere tijd en luisterde niet naar veel mensen.”
Dat het grote taboe van de mentale worsteling af is, doet Catsburg in ieder geval goed. “Als ik het allemaal over zou doen, zou ik eerder mentale hulp willen. Het werkt namelijk heel lang, dat valsspelen met je hoofd. Maar op de lange termijn breekt dat je op. “