
Ze waren die zaterdag aangekomen in Waalwijk, hun bagage was nog niet eens uitgepakt. Karolina Gregorczyk wilde ‘s avonds nog even sigaretten halen. „We bleven altijd samen, alleen die ene keer niet”, verzucht haar vriendin Ania Bednarz (30). „Ik was moe, ik heb haar nog naar de overkant gebracht.” Krap een uur later stond ze bij het levenloze lichaam van de liefde van haar leven, doodgereden op de A59. „Waarom ben ik niet meegegaan, waarom?”
Gert-Jan Buijs
Zelfs in de dood is Karolina Gregorczyk (29) een prachtige vrouw. De foto op de telefoon van Ania Bednarz bewijst dat de begrafenisondernemer vaklui in dienst heeft. Ze ligt in een eenvoudige grenen kist, gehuld in een grijze hoodie, haar eigen kleren waren niet meer toonbaar. Haar lange, donkerblonde haar is om de rechterkant van haar gezicht gekamd. Daar was de schade het grootst.
Volkomen in shock
Op haar borst prijkt een pasfotootje van Karolina. „Dat heb ik erop gelegd, zodat ze altijd weet hoe mooi ze was”, zegt Ania op het zolderkamertje van haar jongere broer Piotr (25) in Tilburg, waar ze zolang logeert. Haar handen trillen heftig. Deze vrouw verkeert nog volkomen in shock. Maar ze wil ook haar verhaal kwijt. Hún verhaal. Want ze snapt het niet.
Terug naar zaterdagavond 27 september: Eerder die dag is het Poolse stel gearriveerd bij het migrantenhotel E&A op de hoek Energieweg/Altenaweg in Waalwijk. Het is een zware, vermoeiende dag geweest: een verhuizing, nieuwe indrukken, weinig gegeten.
Dat is waarom ik Polen verliet, dat is waarom zíj Polen verlietAnia Bednarz,Verloofde Karolina
Ze willen na een tijdje werken in Nispen en Kaatsheuvel een nieuwe start maken. „We waren naar Waalwijk gekomen in afwachting van een nieuwe job. We wilden sparen om een huis te kopen. Karolina kon goed koken, ze wilde een restaurant beginnen.”
En er is nog meer om naar uit te kijken: deze oktobermaand gaan ze trouwen in Engeland, alles is geboekt en betaald. Ze hoeven alleen de ringen nog om elkaars vinger te schuiven. In het streng-katholieke Polen is een huwelijk tussen twee vrouwen not done. „Dat is waarom ik Polen verliet, dat is waarom zíj Polen verliet.”
Die avond raakt Karolina door haar sigaretten heen. „Er was een winkel, de Albert Heijn, die nog open was, we checked”, vertelt Ania in uitstekend Engels. Samen verlaten ze hun kamer in het hotel en lopen naar het viaduct Emmikhovensestraat. Het is dan omstreeks 20.00 uur.
‘Ik vraag me dat elke dag af, elk uur, elke minuut’
Totaal onbekend in Waalwijk nemen ze dankzij de navigatie van Google Earth de enige juiste route voor voetgangers naar de overkant van de snelweg: van E&A naar het viaduct, onder het tunneltje door en dan linksom de trap op. „Ik heb haar tot aan de overkant gebracht.”
Ania huilt zachtjes. Want ze weet welke loodzware vraag er nu in de lucht hangt: Waarom is ze niet méégegaan? „Ik vraag me dat elke dag af, elk uur, elke minuut. Ik was moe, ik zou op haar wachten voor het hotel. Waarom, waarom?”
Misschien zat ze ergens tussen de auto’s. Ik wist niet waar ik moest zoekenAnia Bednarz,Verloofde Karolina
Als Karolina na een halfuur nog niet terug is, begint Ania zich zorgen te maken. Bellen gaat niet; Karolina heeft ook háár telefoon op zak. Ania neemt opnieuw de brug naar de stadskant van de snelweg, loopt naar het benzinestation. Ze speurt ook het grote parkeerterrein bij het gemeentehuis af. „Misschien zat ze ergens tussen de auto’s. Ik wist niet waar ik moest zoeken.”
Onverrichterzake loopt Ania terug naar het hotel en blijft daar maar wat ronddrentelen. „Ik had de sleutels van de kamer niet, die had Karolina.”
Een minuut of 25 later ziet Ania een auto stilstaan op de vluchtstrook aan de overkant van de snelweg. Even later stopt een politiewagen bij de stilstaande auto. „Ik zag agenten een stukje teruglopen.” Er arriveren meer hulpdiensten.
‘Ik zag haar schoen op de weg liggen’
Nog ongeruster neemt ze voor de derde keer de brug. „Ik zag haar schoen op de weg liggen.” In de berm tussen de Taxandriaweg en de vangrail ontfermen ambulancemedewerkers zich al over een slachtoffer. Dat blijkt Karolina te zijn.
De broeders hebben al gezien dat er geen redden meer aan is, de traumaheli wordt afbesteld. „Ik zag haar tas.” Even flakkert een vonkje hoop op. „Ik dacht dat het misschien iemand anders zou zijn, die haar tas bij zich had.”
Karolina is al afgedekt door de hulpverleners. Ze zijn zo vriendelijk om Ania de relatief onbeschadigde linkerzijde van het gezicht te laten zien. „Haar linkeroog was open, alsof ze naar me keek.”
Ik wilde die wagen uit, ik heb getrapt en geslagen om eruit te te komen, ik wilde bij Karolina zijnAnia Bednarz,Verloofde Karolina
Dat is het moment dat bij Ania alle stoppen doorslaan. Buiten zinnen blijft ze in het gras bij haar vriendin zitten. „De politie heeft me nog even achterin een dienstwagen gezet om te kalmeren. Ze gaven me een telefoon om Karolina’s moeder te bellen. Ik denk niet dat ze veel begreep van wat ik zei. Ik belde Piotr.”
Alleen is Ania niet te kalmeren. „Ik wilde die wagen uit, ik heb getrapt en geslagen om eruit te te komen, ik wilde bij Karolina zijn.” De agenten tonen begrip en laten haar de auto uit. Meer dan een uur lang gilt ze het uit naast het lichaam van haar geliefde.
Wachten op de urn
Inmiddels is Karolina gecremeerd. Haar moeder is naar Nederland gekomen voor het afscheid, Ania heeft haar net op de bus terug naar Polen gezet. „Ik wacht nu op de urn, dat duurt ongeveer een maand. Ik heb de sleutels ingeleverd bij het hotel.”
Komende april zouden ze veel te vieren hebben. 25 april: Karolina’s verjaardag, 26 april hun 2-jarig jubileum, 27 april Ania’s verjaardag. „Nu heb ik niks meer te vieren.”
Voor haar op tafel staat een kleine, grijze teddybeer. „Dit is Rico. Zij wilde graag zwanger worden, we zouden samen kinderen krijgen. We zeiden altijd dat Rico onze oefenbaby was. Een jongetje zouden we Alexander noemen.”
Als jongens uit Polen in hun auto moesten slapen omdat ze geen kamer haddden, kookte zij voor ze, bracht ze lakens en kussensAnia Bednarz,Verloofde Karolina
Ze omschrijft Karolina als een vrolijke stuiterbal. Een kleine vrouw, net anderhalve meter lang. „Ze was zoveel beter dan ik. Als we bijna niks te eten hadden, gaf zij haar vlees nog aan jonge katjes. Als jongens uit Polen in hun auto moesten slapen omdat ze geen kamer haddden, kookte zij voor ze, bracht ze lakens en kussens.”
De flauwe glimlach die deze mooie herinneringen met zich meebrengen, maakt al snel plaats voor nieuwe tranen. Piotr weet ook niet wat hij moet zeggen. Hij blijft zorgzaam tissues aanreiken en wrijft af en toe over het been van zijn zus. „No, no”, zegt hij als Ania oppert dat ze Karolina maar achterna moet gaan, om weer bij haar te zijn. „No”, herhaalt Piotr.
Telefoon staat nog aan, op navigatie
Tot dusver is het verhaal dat Karolina is aangereden door een passerende automobiliste, die vanaf knooppunt Hooipolder richting Den Bosch reed. Waarbij Karolina dan vanaf de noordkant kwam, waar ook het hotel zit. Dat strookt met haar verwondingen, allemaal aan de rechterkant van het lichaam.
„Dat klopt toch niet”, roept Ania. „Ze wás al aan de overkant. Ik ben de eerste keer met haar meegelopen, ze wist hoe ze de weg over moest. Dan ga je niet een paar meter van de brug oversteken, dat slaat toch nergens op?”
Op het moment dat ze werd aangereden, had Karolina haar telefoon op navigatie staan. „Ze hebben haar telefoon in de berm gevonden. Toen ik ’m terugkreeg, stond hij nog aan, op navigatie. Google stuurt je toch niet een snelweg over?”
Camerabeelden
Ania heeft nog zoveel vragen; van de politie heeft ze nadien nog weinig gehoord, zegt ze. „Ik weet dat er camerabeelden zijn van Karolina op de parkeerplaats. Die wil ik zien. Misschien kan ik aan haar lichaamshouding zien of ze bang was of gehaast.”
Het gaat er bij haar niet in dat Karolina zomaar de A59 op is gelopen, van welke kant dan ook. „There’s no point.”
De politie Zeeland/West-Brabant heeft het onderzoek al ruim twee weken geleden afgerond, laat een woordvoerder weten. „De collega’s hebben onderzoek gedaan. Uit dit onderzoek blijkt dat het een ongeval is. De familieagent, die met deze zaak gemoeid is, staat in contact met de familie. De rest van de informatie met betrekking tot deze casus, communiceren we richting de familie.”
We willen dat haar as wordt bijgezet in het graf van haar grootmoederAnia Bednarz,Verloofde Karolina
Of Ania nou antwoorden krijgt of niet: als de as er is, gaat Ania ermee naar Polen. „Karolina wilde altijd bij haar oma zijn; de moeder van haar moeder. Die waren heel close. We willen dat haar as wordt bijgezet in het graf van haar grootmoeder. „We gaan de priester vragen of we een dienst mogen houden in de kerk, dan kan iedereen afscheid nemen.”
Ze kijkt om zich heen. „’s Nachts praat ik met haar, daarom slaap ik momenteel zo lang uit. Misschien is ze wel hier, nu, en lacht ze naar ons.” Op de plek waar Karolina stierf, wil Ania uiteindelijk nog een plaquette plaatsen. „Dat mensen weten wie zij was, dat ze geliefd was.”
Tijdens de fatale aanrijding had Karolina géén sigaretten op zak. Twee dagen na het ongeval ging Ania nog naar Albert Heijn, misschien dat Karolina daar was geweest. „Ze verkopen daar helemaal geen sigaretten”, zegt ze. „I checked.”