
„Er is grote vooruitgang geboekt”, dat liet aanklager Laure Beccuau tijdens een persconferentie woensdag weten. Ze benadrukte de „uitzonderlijke inzet” van de onderzoekers die een „onafgebroken klopjacht” hadden gevoerd. Daardoor konden de Franse speurders zaterdagavond twee verdachten oppakken voor de diefstal in het Louvre. De verdachten waren al gekend bij justitie en stonden op het punt om het land te ontvluchten. Ze zijn 34 en 39 jaar oud, bevestigt Beccuau.
„Op dit moment hebben beiden hun betrokkenheid bij de gebeurtenissen gedeeltelijk toegegeven aan de onderzoekers. Ze worden momenteel voorgeleid voor de onderzoeksrechters met het oog op een aanklacht wegens georganiseerde diefstal, een misdrijf waarop een gevangenisstraf van 15 jaar en een hoge boete staat”, aldus de openbare aanklager van Parijs woensdag.
Juwelenroof
De dieven stalen op 19 oktober acht kostbare stukken met een geschatte waarde van 88 miljoen euro uit de collectie van het Louvre. Ze klommen met behulp van een verhuislift een balkon op en braken een raam op de bovenverdieping open. Zo konden ze tot in de Apollo-gallerij geraken. Daarmee werden ook de bewaking van ’s werelds meest bezochte museum blootgelegd. De dieven vluchtten daarna weg op motorfietsen.
De gestolen juwelen zijn wel nog niet teruggevonden. „Ik wil hoopvol blijven dat ze gevonden worden en teruggebracht worden naar het Louvre en, in bredere zin, naar de natie”, aldus aanklager Beccuau. Op dit moment zouden er geen aanwijzingen zijn dat de dieven hulp kregen van binnenin het museum.