
Mocht u er nog aan twijfelen: Remco Evenepoel is dé tijdritkoning. De olympische en wereldkampioen tegen de klok pakte in Zuid-Frankrijk ook de Europese titel. Dat deed onze landgenoot op soevereine wijze in een tijd van 28’26”36. De Italiaan Filippo Ganna werd tweede (op 43 seconden), de Deen Niklas Larsen derde (op 1 minuut en 8 seconden).
In een 24 kilometer lange tijdrit kwam de eerste respectabele tussentijd op naam van Mads Pedersen aan het eerste tussenpunt, maar lang duurde dat niet voor de Deen. Meteen dook Joshua Tarling onder die tijd en niet veel later deed Filippo Ganna daar nóg eens drie seconden af. Om maar te zeggen dat het aan de echte tijdritkanonnen was.
Maar dan moest de kersverse wereldkampioen tijdrijden nog passeren aan dat eerste tussenpunt. Remco Evenepoel plaatste een statement door maar liefst veertien seconden onder de tijd van Ganna te duiken. De Aerokogel van Schepdaal rolde met zijn spierballen.
Die tendens zou niet meer veranderen. Aan het tweede tussenpunt was Pedersen al door het ijs gezakt. Het podium leek dus een strijd te zullen worden tussen Tarling en Ganna, maar over het hoogste schavotje was al geen twijfel meer: de voorsprong van Evenepoel bedroeg al 25 seconden bij tussenpunt twee. Zonder ongelukken was Evenepoel op weg naar de Europese titel tijdrijden. Stefan Küng overigens, de Europese kampioen van 2020 en 2021, kwam zelfs aan het eerste tussenpunt niet meer in het stuk voor.
Tarling begon het richting het derde tussenpunt te begeven. Zijn landgenoot Ethan Hayter was zelfs sneller aan de finish, maar belangrijker nog: de Deen Niklas Larsen stevende brons af door te finishen in 29”34’92. Het zilver ging weinig verrassend naar Ganna (29”09’73).
Maar het goud, dat ging net als in 2019 naar Evenepoel. De Aerokogel van Schepdaal bleef was niet stilgevallen, integendeel: onze landgenoot verpulverde de tijd van Ganna met 43 seconden. Evenepoel mag na de olympische en de wereldtitel ook de Europese titel op zijn naam schrijven.