Mathieu van der Poel eindigde zondag slechts als 29e op het WK mountainbike in Zwitserland. Een tegenvallend resultaat voor de wereldkampioen op de weg, die vooraf hoopte mee te doen voor de medailles. Analist Thijs Zonneveld ziet vooral structurele problemen. “Hij reed om te winnen, maar we hebben duidelijk de grenzen van Van der Poel op de mountainbike gezien.”

Grenzen zichtbaar in de afdalingen

Volgens Zonneveld ging Van der Poel sterk van start. “Twee rondjes lang was het fantastisch. Hij vloog naar voren en reed alsof hij wilde winnen. Maar zodra de toppers echt hun niveau haalden, liep hij tegen zijn limiet aan.”

Opvallend vond de analist vooral het verschil bergaf. “Hij verloor iedere afdaling tien seconden, ondanks een week lang trainen op dat parcours. Niemand beheerst de fiets zoals hij: positionering, bochten, geen valpartijen… Maar op een mountainbike rijden er 15 à 20 gasten die harder naar beneden gaan. Hoe moet je dan winnen?”

Focus richting 2028?

Zonneveld prees Van der Poel wel om zijn lef. “Hij weet dat mountainbike de moeilijkste discipline is voor hem en toch blijft hij het proberen. Terwijl hij tegenover renners staat die het hele jaar op de mountainbike zitten en materiaalvoorsprong hebben. Ik vind dat bewonderenswaardig.”

Toch ziet hij een negatieve trend. “Het lukt hem al een tijdje niet meer om de aansluiting te maken. Dan zeggen we: hij had een slechte dag of hij was vermoeid. Maar het is wel lang geleden dat hij een MTB-koers won.”

De grote vraag: kan Van der Poel ooit wereldkampioen worden op de mountainbike? “Misschien als hij richting LA 2028 rigoureus kiest voor de MTB. Niet pas na de weg, maar alles ervoor opzijzetten. En dan hopen dat het parcours hem ligt. Tot die tijd blijft het heel moeilijk.”