Het Oekraïense spoornet is de laatste maanden steeds vaker doelwit van Russische luchtaanvallen, zeggen lokale autoriteiten. De schade loopt in de honderden miljoenen euro’s. Experts stellen dat de Russen sinds de zomer bewust Oekraïense aanvoer- en communicatielijnen proberen te verstoren.

Sinds begin dit jaar zijn al zeker achthonderd Russische aanvallen op de Oekraïense spoorinfrastructuur geteld. Daarbij zijn drieduizend objecten geraakt, variërend van stukken spoor, bovenleidingen, stationsgebouwen tot rollend materieel. Dat zegt de Oekraïense vicepremier Oleksii Kuleba tegen The Guardian. Oleksandr Pertsovskyi, het hoofd van de Oekraïense spoorwegmaatschappij Ukrzaliznytsia, bevestigt dat.

Vooral in de afgelopen drie maanden heeft Rusland flink meer aanvallen uitgevoerd. Volgens Pertsovskyi voeren de Russen ook steeds vaker precisieaanvallen uit met drones. Die lijken bedoeld om de treinen en machinisten uit te schakelen.

Het spoor zelf is doorgaans snel te repareren, maar de aanvallen op het rollend materieel zijn problematisch. Een Oekraïense drone-expert zei vorige maand tegen persbureau AP dat Oekraïne, als Rusland zo doorgaat, straks nog wel spoorlijnen heeft, maar geen treinen.

Daarom worden steeds meer treinen voorzien van apparatuur om de signalen van drones te verstoren. Ook komen er speciale luchtverdedigingsteams aan boord.

Russische luchtaanvallen lijken effect te hebben

In Oekraïne is momenteel geen commerciële luchtvaart mogelijk. Daardoor zijn veel inwoners in het land, dat vijftien keer groter is dan Nederland, afhankelijk van het spoor. Daarnaast leunt het Oekraïense leger op het spoor voor de aanvoer van manschappen, munitie en materieel naar het front.

Die aanvoer probeert Rusland te verstoren, ook ver bij het front vandaan. Zulke aanvallen, ook wel interdictie genoemd, lijken effect te sorteren. Dat is onder meer het geval op het strijdtoneel rond de strategische stad Pokrovsk in de regio Donbas.

Het Russische leger lijkt Pokrovsk na een bloedige en kostbare strijd van bijna 22 maanden in handen te krijgen. Dat is volgens het Institute for the Study of War (ISW) niet het resultaat van een plotselinge doorbraak, maar van een lange en gerichte campagne tegen de Oekraïense aanvoer- en communicatielijnen.

Daardoor konden kleine Russische infiltratie-eenheden Pokrovsk binnenglippen. Die hielden Oekraïense dronepiloten bezig, terwijl meer Russische troepen en materieel de stad ingingen.

Deze tactiek hoopt Moskou nu ook op andere plekken langs het front toe te passen, stelt het ISW. Volgens de denktank is het voor Oekraïne van belang een vergelijkbare tactiek te ontwikkelen. Dat is volgens het ISW zeker nodig omdat de superioriteit op het gebied van drones afneemt en Oekraïne sowieso al te weinig manschappen had om Rusland op een conventionele manier te bestrijden.